Geen leven boven de grond, zonder leven ín de grond
6 september 2025
Wormen, schimmels en nutriënten zorgen samen voor een goede basis voor gewassen en planten boven de grond. Steeds meer boeren verdiepen zich in regeneratieve landbouw, onder wie leden van agrarisch collectief Waadrâne.
Johan Dankert uit Sint Annaparochie is een van hen. ,,Een berm bemest je ook niet en toch is er elk jaar groei.”Wormen, schimmels en nutriënten zorgen samen voor een goede basis voor gewassen en planten boven de grond.
Steeds meer boeren verdiepen zich in regeneratieve landbouw, onder wie leden van agrarisch collectief Waadrâne. Johan Dankert uit Sint Annaparochie is een van hen. ,,Een berm bemest je ook niet en toch is er elk jaar groei.”In een vorig leven zocht Johan Dankert het avontuur ver weg. Op grote zeilschepen zeilde hij over de oceanen. Nu zoekt hij het avontuur dichterbij.
Op het akkerbouwbedrijf dat hij twee jaar geleden overnam van zijn ouders in Sint Annaparochie zoekt hij naar nieuwe methoden om zo goed mogelijk te produceren.Hij zit in de overgang van gangbaar naar biologisch en een paar jaar geleden verdiepte hij zich in regeneratieve landbouw. Een methode die zich richt op het versterken van de bodem, de ecosysteemdiensten die daarin zitten en de waterberging van de grond. ,,Ik vind nieuwe dingen altijd interessant en ga op zoek naar nieuwe uitdagingen.” En spuiten, daar wilde hij toch al vanaf. Dan kun je net zo goed nóg een stap zetten om te kijken hoe je de grond kunt verbeteren.Regeneratief boeren betekent in de praktijk onder meer minder diep (of liever niet) ploegen, gebruik maken van groenbemesting tussen de oogstgewassen door.
,,Op deze manier houd je de grond luchtig door de plantenwortels en houd je de nutriënten vast en beschikbaar voor nieuwe gewassen. In de winter, als het regent, spoelen veel voedingsstoffen weg als je de grond kaal hebt”, legt Sigrid Dassen uit.Als onderzoeker bij Hogeschool Van Hall Larenstein verdiept zij zich in manieren om de bodemfuncties te behouden en te verbeteren. Dassen is onder meer betrokken bij Soilcrates, een Europees project dat dit als doel heeft. Daarnaast is ze projectleider van Regeneraasje kinst leare. Drie boeren van agrarisch collectief Waadrâne hebben een proefveldje om verschillende groenbemesters te testen.
Dankert, die naast het akkerbouwbedrijf een baan heeft als projectleider bij Waadrâne, hoort daar niet bij. Hij was uit zichzelf al begonnen met regeneratieve landbouw. Maar van de kennis van Dassen maakt hij graag gebruik.Hij legt de noodzaak voor regeneratieve landbouw graag uit aan de hand van een hartmonitor: ,,Bij de productie heb je veel energie in de grond, maar na het oogsten heb je een ‘flatline’ en dan moet je het in het voorjaar weer nieuw leven inblazen.”
Traditioneel gebeurt zo’n reset door te ploegen. Op die manier wordt de grond weer luchtig gemaakt zodat gewassen gemakkelijker kunnen wortelen, maar veel leven in de grond wordt verstoord. Dassen: ,,De grond blijft in de pioniersfase en dat zorgt ervoor dat de planten ook veel vatbaarder worden voor ziekten en dat je meer last hebt van specifiek onkruid.”Een goede bodem heeft een luchtige structuur, het houdt vocht vast en zorgt ervoor dat er minder ziekten in de gewassen ontstaan. Kunstmest toevoegen zou in principe niet nodig moeten zijn en bemesten kan een stuk minder. Dankert: ,,Als ik de bodemanalyse van onze grond moet geloven, zit er voor twintig jaar stikstof in de grond.”Theorie en praktijk komen helaas niet altijd samen.
De veldbonen wilden voor geen meter groeien dit seizoen, alle mogelijke ziekten die je kon bedenken zaten erin. ,,En ik denk dat het mijn eigen schuld is.” De groenbemester die hij gebruikte moest in de grond worden verwerkt. Een frees heeft hij nog niet, dus moest hij ploegen. Dankert wachtte zo lang mogelijk, maar wel in een periode dat de grond nog te koud was. ,,Volgens mij was dat het slechtste van twee kanten: ik heb me te veel gefocust op de bewerkbaarheid van de grond en te weinig gekeken naar de biologie.”Dassen herkent de zoektocht. Ook veel andere boeren worstelen mee. Ze willen de grond zo gezond mogelijk houden, maar de theorie en de praktijk komen niet altijd overeen. Toch blijven de meesten enthousiast om te pionieren met het verbeteren van de bodem.
,,Boeren weten dat het ene jaar het andere niet is.”In haar onderzoek kijkt ze onder meer naar de beste manier en tijd om de groenbemester in de grond te verwerken: het traditionele ploegen kun je vervangen door bijvoorbeeld klepelen of frezen. Dankert gaat voor de laatste methode. ,,Binnenkort krijg ik een nieuwe machine. Dan woel je eigenlijk alleen de bovenste laag los.”De frees kan hij uitproberen in het koolzaadveld. Het gewas is eraf, maar het veld is nog groen. ,,Ik heb tegelijkertijd gras en klavers ingezaaid.”
Met de schep dolt Dankert een paar kluiten voor Dassen los om te bestuderen. Door de droogte gaat het moeizaam, maar de onderzoekster is desondanks enthousiast over wat ze aantreft: ,,Zie je die gaatjes? Die zijn van de wormen en daar zie je ook nog schimmeldraden.”Aan de rand van het perceel staat een bloemenrand als natuurlijk plaagbestrijder. De bloemen trekken zweefvliegen en lieveheersbeestjes aan die zich te goed doen aan luizen. Als er in het voorjaar nieuw gewas staat, zijn er genoeg beestjes om de luizen op te ruimen.Haver met z’n diepe wortels is een ideale groenbemester. Dankert zaait die soms in met de veldbonen en doet er ook wel eens wat anders door. ,,Ik voel me soms net een alchemist als ik zo sta te mengen: een beetje van dit en wat van dat.”
De opbrengst van de gewassen kan gemakkelijk gescheiden worden met een machine. Dat hoeft hij nu niet te doen. ,,Ik verkoop de haver-bonenmix momenteel aan een melkveehouder die het gebruikt als veevoer.” Mensen kunnen de veldbonen en haver ook prima eten. Van veldbonen kun je prima vegaburgers maken, weet Dankert. ,,Maar de keten is ingericht op soja.”Of hij ooit de ideale situatie bereikt waarin hij, zoals de theorie belooft, geen ziekten en plagen meer heeft en af is van onkruid, weet hij niet. ,,Volgens mij blijf je aan het sleutelen, maar het zou mooi zijn als ik over een paar jaar een goede basis heb.
Artikel geschreven door Sippie Midema
Bron: Friesch Dagblad